In ‘Het leven van dingen’ gaat Warna Oosterbaan in op de bijzondere relatie tussen mensen en dingen. Deze zijn met elkaar verbonden in talloze dagelijkse routines. Een deur openen, de fiets pakken, eten koken: het zijn handelingen waarin armen, benen en ogen als vanzelf de deurklink, trappers en pannen vinden. De dingen zijn een verlengstuk van onszelf geworden. Pas als de deurklink kapotgaat, we de pan niet kunnen vinden of we ons scheenbeen stoten aan de trapper, worden we ons van hun bestaan bewust. Dingen verdienen meer, zegt dingenonderzoeker Oosterbaan. Want als er in de geschiedenis één trend is aan te wijzen, dan is het wel dat dingen steeds belangrijker worden. Bovendien zijn ze een prominente rol gaan spelen in onze zorgen over de toekomst van onze planeet. Moeten er minder dingen komen, moeten ze anders ontworpen of geproduceerd worden? Moeten we minder achteloos met ze omgaan? Voordat je die vragen kunt beantwoorden moet je je eerst verdiepen in de vraag wat dingen in ons leven doen, vindt Oosterbaan. Met nieuwsgierige blik en met soepele pen onderzoekt hij de dingenwereld en maakt daarbij gebruik van inzichten uit de sociologie, filosofie, archeologie, cultuur en geschiedenis. Hij pleit voor een ‘nieuw materialisme’, voor de aandacht voor dingen die ze verdienen. • Met foto’s van Theo Baart
Warna Oosterbaan (1947) is journalist en socioloog. Hij schrijft over wetenschap, techniek en maatschappij, onder meer voorNRC Handelsblad waar hij voorheen werkte als redacteur. Van 2002 tot en met 2008 was hij bijzonder hoogleraar Journalistiek en Samenleving aan de Erasmus Universiteit. In 2021 verscheen zijn boek Het leven van dingen. Eerder schreef hij o.a. Ik kan alles. Survivalgids voor het dagelijks leven (met Rob Biersma) en Ons Erf. Identiteit, erfgoed, culturele dynamiek, dat werd bekroond met de E. du Perronprijs.